Tussen de gaatjes ..........

 
     
 

  Voor de meeste filatelisten zijn de tandjes van de postzegel niet het belangrijkste. De voorstelling, het ontwerp, de druktechnische gegevens en de achterliggende betekenis van de uitgifte zijn veel belangrijker.
Toch bieden de tandjes, afgezien van de tandingmaat (het aantal tandjes per 2 centimeter), nog een bijzonder aspect.

De directe aanleiding om hier een artikeltje aan te wijden was de bijgaande figuur die is overgenomen van editie A33 van het Handboek Postwaarden Nederland.
In deze figuur wordt de tanding getoond die is aangebracht met de zogenaamde Y-perforeerkammen (12,75 : 13,25) bij de zegels nvph-1200 en nvph-1215, frankeerzegels Koningin Beatrix 1980 (Inhuldiging).
De linker afbeelding laat zien dat de perforaties niet geheel op een rechte lijn liggen ("onregelmatige" kam).
De rechter afbeelding toont een strakke lijn in de perforatie. Deze is namelijk aangebracht met een in 1980 vernieuwde perforatiekam, de "regelmatige" Y-kam, die voor deze emissie voor het eerst is gebruikt.

Wat verder opvalt is dat het ontwerp zo is gemaakt dat de tekening, in dit geval het kerkgebouw op de achtergrond, precies eindigt bij het midden van de perforatiegaatjes.

Dat heeft overigens tot gevolg dat bij een "goede" druk en bij een normale scheuring uit het postzegelvel er "tussen de gaatjes" geen deel van de afbeelding voorkomt.
Maar bij een (zeer geringe) verschuiving van de perforatie zullen "tussen de gaatjes" delen te zien zijn van de tekening van de naastgelegen postzegel. Bij dit ontwerp kunnen dat aan de linkerkant resten met een rode kleur zijn.
 
 
 
 

 
 
Ter illustratie.
Deze figuur (gescanned op 300%) laat 2 exemplaren zien van de 60-cent Inhuldigingszegel Koningin Beatrix (nvph-1200).
Bij de rechter zegel zien we aan de rechter kant nog tandjes met witte puntjes, de rechterkant van de tekening houdt netjes op tussen de gaatjes.
Aan de linkerkant van diezelfde zegel alleen witte tandjes.
Bij de (onderliggende) linker zegel zien we op de tandjes aan de linkerzijde enkele rode vlekjes.
 
 
 

 
 


Een nog verder vergroting (tot 600%) toont nu duidelijk de restanten van het kerkgebouw op die onderste zegel.
Ik heb hier de opvallende tandjes met de rode kleur aangegeven met zwarte bolletjes.
 

 
 
 

 
 


Overeenkomstige scans zijn gemaakt voor twee exemplaren van de nvph-1215.
De scan op 300% geeft al duidelijk zichtbaar de rode tandjes aan de linkerkant.
 

 
 

 
 


Op de vergroting tot 600% is het nog wat duidelijker te zien.
Als men naar de afstand van het rode gebouw tot de perforatiegaatjes kijkt zal duidelijk zijn dat die in deze gevallen niet precies hetzelfde is.
Er is hier sprake van een uitermate kleine maar toch zichtbare verschuiving van de perforatie.
 

 
 
  Conclusie
Als een postzegelontwerp in tekening of kleur doorloopt tot tussen de perforatiegaten bestaat de kans dat bij afscheuren van dit type zegels restanten zichtbaar zijn van de naburige zegel. Het verschijnsel zal zich nog meer manifesteren als er een (geringe) verschuiving van de perforatie heeft plaatsgevonden.
Het hierboven beschreven fenomeen is niet uniek voor de uitgifte van de Beatrix-zegels van 1980. In principe is dit verschijnsel mogelijk bij alle ontwerpen tenzij er een witte, zwarte of gekleurde rand rondom het zegelbeeld is aangebracht.

 
 
     
  Opmerkingen
1. Bij de Beatrix-emissie zijn overigens meerdere perforatiekammen gebruikt.
Volgens het Handboek Postwaarden Nederland is ook een kamtanding 12,75 : 14 gebruikt, de zogenaamde G-kam.
2. Er zijn bij deze emissies ook kleurverschillen waargenomen. Met name de blauwe kleur en daarmee de scherpte van het portret van de Koningin is niet altijd hetzelfde. Ook de oranje balk en het rood van de Nieuwe Kerk vertonen geringe kleurverschillen (oranjerood voor de 60ct-zegel tegen roodoranje voor de 65ct-zegel).
3. Er zijn bij deze emissies verschillende rasters gebruikt. Vooral is dit te zien in de rastering van het geel aan de onderkant.
4. Deze zegels zijn ontworpen door het Hoofd van de Dienst voor Esthetische Vormgeving van de toenmalige PTT, de heer R.D.E. (Ootje) Oxenaar. Het portret van Beatrix is afkomstig van een foto genomen door Prins Claus in de tuin van Kasteel Drakesteyn.
5. Een soortgelijke studie heb ik al eens eerder gemaakt over de Belgische postzegel OCB-2294 (Boomklever) uit de serie "Vogels van Buzin".
Zie http://www.filavaria.nl/ocb2294.htm

 

 
 

Hieronder laat ik nog 4 voorbeelden zien van afdrukken tussen de gaatjes.
Bij deze zegels is het beschreven verschijnsel al duidelijk met het blote oog te zien.
 

 
 

 
 

Toon Oomens, Juli 2011