Een nauwkeurige kijk op de Boomklever  
     
 

 
     
  Op 12 september 1988 verscheen in België bovenstaande postzegel (OCB 2294).  Afgebeeld is de Boomklever, naar een tekening van André Buzin. De zegels zijn gedrukt in rasterdiepdruk in vellen van 50 postzegels in de normale uitvoering en met voorafstempeling.  Als papier is zowel "polyvalent" als "typo" gebruikt. Tevens zijn 3 gomsoorten bekend voor deze uitgifte: witte gom, groenachtige gom en geelachtige gom. De tanding is in alle gevallen 11,5 zowel horizontaal als vertikaal. (Informatie uit de Officiële Belgische Postzegelcatalogus).

Bij nader bekijken van bovenstaande 4 postzegels valt het op dat tussen de 6e en 8e tand aan de rechterkant van de zegels wel of niet een restant van de boomtak te zien is van een naburige zegel. En dit is niet een kwestie van verschoven tanding alleen. Hieronder meer uitleg.

 
     
 

 
     
  Hierboven een afbeelding van een gedeelte van een paartje. Op beide zegels heb ik de rechter begrenzing van de gele achtergrond aangegeven: iets links van de rechter tanding. Zo is het ook bij de meeste postzegels uit de serie Vogels van Buzin. Maar in dit geval is de tekening wat breder uitgevallen dan bij de andere vogeltjes. De tak waarop de boomklever zit raakt aan de linkerkant precies de gele achtergrond van de naburige zegel. Zie in het midden van bovenstaand plaatje. Daardoor loopt de tekening altijd door in de tanding, behalve als de tanding sterk naar links zou worden verschoven.  
     
 

 
     
  Hier nogmaals een paartje van deze postzegels, maar dan van de voorafgestempelde versie. Bij de linker zegel is wederom de begrenzing van de gele achtergrond aangegeven. Maar dat was niet mogelijk bij de rechter zegel. Let ook op de afstand van de bek van de vogel tot de grens van de gele achtergrond. De rechter zegel komt van de rechterkant van het drukvel.  
     
 
Conclusie: er zijn 2 uitvoeringen van deze postzegel, ondanks een eventuele verschuiving van de tanding. Bij de meeste zegels van de Boomklever die ik in mijn collectie heb zit tussen de 6e en 8e tand aan de rechter zijde een stukje boomtak, soms wat meer, soms wat minder. Maar de zegels die aan de rechterkant van het loketvel zitten hebben geen buurman, maar een strook wit papier (de velrand!). Bij deze zegels loopt de gele achtergrond aan de rechterkant  iets verder door en is er nooit een restant van de boomtak aanwezig. Statistisch zal 1 op de 5 zegels op deze manier afwijken. Daarbij wordt uitgegaan van het feit dat een loketvel 10 zegels breed en 5 zegels hoog is.
 
     
  Toon Oomens (November 2007)