|
|
|
|
|
Peter Stuyvesant,
1611-1672 |
|
|
|
|
|
|
Lang geleden, toen de helft van de Nederlandse bevolking
nog sigaretten rookte, was er een sigarettenmerk met de naam "Peter
Stuyvesant".
Op het pakje stond verder nog vermeld "the man who
founded New York" (de man die New York stichtte).
Dat klonk natuurlijk wel mooi, maar de feiten zijn een beetje anders.
Hieronder het verhaal van onze beroemde Nederlander Peter Stuyvesant.
|
|
|
|
|
|
|
Wie was Peter Stuyvesant?
Peter Stuyvesant was de zoon van Balthasar Joannis Stuyvesant, een
predikant in het piepkleine kerkje van Peperga, een dorpje in de Friese
gemeente Weststellingwerf. De exacte geboortedatum van Peter is niet
bekend, maar het moet ergens in 1610 of 1611 zijn geweest. Meestal neemt
men 1611.
Oorspronkelijk werd Peter door zijn ouders bestemd voor de studie. Hij
ging in 1630 naar Franeker om er theologie, filosofie en letteren te
gaan studeren. Maar lang heeft Peter het niet volgehouden. Hij werd meer
aangetrokken tot avontuur.
Daarom trad hij in 1635 in dienst van de West-Indische Compagnie (WIC)
en mocht een baantje als commies uitoefenen op de Braziliaanse
eilandgroep Fernando de Noronha.
In 1638 moest hij terug naar de Republiek der Nederlanden vanwege het
overlijden van zijn vader.
In 1639 werd Peter Stuyvesant benoemd tot 'Commissaris over de
koopmanschappen' op het eiland Curacao. In die functie coordineerde hij
de handel in het Caribisch gebied, waaronder meer specifiek de kaapvaart
op de vijanden viel.
In 1642 volgde de promotie van Peter Stuyvesant tot 'Directeur van
Curacao', de hoogste functie in de WIC.
|
Nederlandse postzegel, nvph-322, uit de serie Zomerzegels van 1939.
Rechtsboven staat in kleine cijfers: 1610-1682.
Het getal 1682 is in ieder geval niet juist, dat moet 1672 zijn.
|
|
|
Stuyvesant standbeeld in Peperga (Friesland)
|
Stuyvesant standbeeld in Wolvega (Friesland)
|
Stuyvesant standbeeld in Scherpenzeel (Friesland)
|
|
|
Stuyvesant verliest een been
Stuvesant ondernam vele expedities, vooral naar Venezuela en de andere
Caribische eilanden.
Tijdens zijn tocht in 1644 naar Sint-Maarten, dat opnieuw door de
Spanjaarden was ingenomen, verloor hij zijn rechterbeen door een
kanonskogel.
De amputatie vond plaats onder leiding van de scheepsarts. Noodgedwongen
moest Stuyvesant terug naar Nederland waar hij in Amsterdam een houten
been werd aangemeten. Het hout liet hij met zilveren banden beslaan en
hij kreeg daardoor de bijnaam "Old Silver Leg".
Een standbeeld van Peter Stuyvesant,
hiernaast op de foto, staat op Sint-Maarten, ter herinnering aan de
poging om Sint-Maarten weer bij het grondgebied van de Republiek der
Nederlanden te krijgen. Zijn rechterbeen is hierop al geamputeerd en
voorzien van een houten been.
|
|
|
|
|
|
Het huwelijk
Om te herstellen van zijn verwondingen trok hij in bij zijn zuster Anna
en haar man Samuel Bayard in Alphen aan de Rijn. Daar werd hij ook
verliefd op zijn schoonzus Judith Bayard, ook een dochter van een
predikant.
Op 13 augustus 1645 trouwde Peter Stuyvesant met Judith Bayard in de
Waalse Kerk te Breda.
Opnieuw naar Curacao
Zijn vroegere optreden op Curacao hadden veel indruk gemaakt op het
bestuur van de WIC en in 1646 ging Stuyvesant opnieuw naar Curacao, nu
samen met zijn zwangere vrouw. Een nieuwe functie lag op hem te wachten.
|
|
|
Naar Nieuw-Amsterdam
Peter Stuyvesant werd nu door de Heren XIX van de WIC en de
Staten-Generaal der Nederlanden benoemd tot Gouverneur van Aruba,
Bonaire en Curacao, en tevens tot Directeur-Generaal van Nieuw-Nederland.
In mei 1647 kwamen Stuyvesant en zijn vrouw aan in Nieuw-Amsterdam als
opvolger van Willem Kieft, die er een potje van had gemaakt.
Onder Stuyvesant ging het voor de kolonie weer beter. Nieuw-Amsterdam
kreeg een eigen burgemeester, schout en schepenen, vrijwillige brandweer
en een rechtbank.
En in 1653 werd door de regering officieel aangekondigd dat het
handelscentrum van de Nederlanden in Amerika voortaan 'Nieuw-Amsterdam'
zou heten.
De bevolking groeide en groeide, mede dankzij de florerende handel in
pelzen met de indianen uit het noorden.
Maar helaas gingen de handelaren niet altijd vriendelijk om met de
oorspronkelijke bewoners. Het kon ook niet worden voorkomen dat de
indianen door de ruilhandel in het bezit kwamen van alcohol en zelfs
wapens.
Dat zou de relatie met de oorspronkelijke bewoners alleen maar
moeilijker maken.
|
|
|
|
Volgens deze postzegel van de Amerikaanse posterijen (USPS)
werd in 1648 de eerste vrijwillige brandweer opgericht door Peter
Stuyvesant.
Postzegel Scott-971, uitgifte van 1948.
|
Deze postzegel, USA Scott-1027, is uitgegeven is 1953 ter herdenking van
300 jaar New York City.
Afgebeeld zijn een zeilschip voor de kust van Nieuw-Amsterdam.
Op de achtergrond een weergave van de huidige skyline van New York.
|
|
|
Dit is de oorspronkelijke tekening die is gebruikt voor het ontwerp van
bovenstaande Amerikaanse postzegel.
Merk op dat de galg (!) in het midden van de tekening zorgvuldig wordt
gecamoufleerd door het toegevoegde zeilschip op de postzegel.
|
|
|
Peter Stuyvesant ontvangt de condities voor de overgave van
Nieuw-Amsterdam.
De Vrede van Breda bekrachtigt de overgave van Nieuw-Amsterdam aan
Engeland.
|
De overgave van Nieuw-Amsterdam
In 1664 bestond de kolonie Nieuw-Nederland uit twee grotere
nederzettingen, de hoofdstad Nieuw-Amsterdam met 2500 inwoners en
Beverwijck met 1000 inwoners. Daarnaast waren er nog ongeveer 15 dorpen
en nederzettingen waaronder Rensselaerswijck en Nieuwer-Amstel. De
totale kolonie zal ongeveer 10000 inwoners hebben gehad.
In 1664 ook begaf Engeland zich op het oorlogspad naar Amerika. Een
vloot met 300 soldaten zeilde van Portsmouth over de oceaan naar Boston.
Op 1 september kreeg Peter Stuyvesant van een koerier de
capitulatievoorwaarden aangeboden van de Engelse Richard Nicholls,
terwijl de Engelse vloot voor de kolonie lag. Het was kiezen: een
vrijwillige overgave of een bombardement.
Stuyvesant koos voor de overgave om zijn bevolking te sparen.
Het was 8 september 1664.
Richard Nicholls werd de nieuwe gouverneur. De naam van de stad werd
veranderd in New York.
De Vrede van Breda (31
juli 1667) bekrachtigde de situatie. Afgesproken werd dat het
Nederlandse Nieuw-Amsterdam officieel aan de Engelsen werd overgedragen.
De Republiek behield het kort voor de Vrede veroverde Suriname. De
Bovenwindse eilanden bleven ook bij de Republiek.
|
|
|
En Peter Stuyvesant?
Na de overgave verliet Stuyvesant de ambtswoning en vestigde zich op
zijn landgoed "De Bouwerij" (in het Engels The Bowery genoemd).
Stuyvesant hield van Amerika en zijn bezittingen. Veel
familieleden waren ook overgekomen, zoals zijn zuster Anna met haar man.
Voor zijn trouwe volgelingen bouwde hij op zijn landgoed een kapel, die
nu bekend staat als Saint Mark's in the Bowery.
In 1665 reisde hij naar Nederland om verantwoording af te leggen
tegenover de Heren XIX van de WIC. Zijn argumentatie over de overgave
kwam niet goed over. Maar dat deed er niet meer toe, want de Tweede
Engelse Oorlog was net uitgebroken.
Stuyvesant ging terug naar zijn bezit in Amerika. Daar bracht hij met
zijn vrouw Judith en zijn twee zonen Balthasar Lazarus en Nicolaas
Willem nog 5 jaar door. Hij stierf er in 1672.
|
De bouwerij van Stuyvesant in Nieuw-Amsterdam
|
|
|
|
|
Saint Mark's in the Bowery
De
kapel van Stuyvesant is uitgegroeid tot de huidige Saint
Mark's-in-the-Bowery, nu in de wijk East Village van New York.
Hiernaast is een deel van de voorgevel met het
torentje afgebeeld. Het borstbeeld van Peter Stuyvesant staat voor het
kerkje
|
|
|
Een gebrandschilderd raam herinnert er aan de laatste
Nederlandse gouverneur.
|
In de kerk bevindt zich ook zijn graf.
Er is later een eenvoudige
gedenksteen in de muur gemetseld.
De tekst op de grafsteen luidt:
In this vault lies buried
Petrus Stuyvesant
Captain General and Governer in Chief of Amsterdam
in New Netherland now called New York
in the Dutch West India Islands. died Feby A.D.1672
aged 80 years."
Helaas is ook hier een foutje
gemaakt.
De steen vermeldt dat Stuyvesant 80 jaar zou zijn geworden.
Dat
is niet zo. Het geboortejaar van Stuyvesant was niet precies bekend.
Sommige bronnen noemen zelfs 1592. En dan zou die 80 jaar wel kloppen.
De meeste bronnen hanteren echter1611. |
|
|
|