|
|
|
|
|
|
|
|
De opera CARMEN van Bizet
|
|
|
|
|
|
De openings-scène van de Opera Carmen
|
|
|
De opera CARMEN behoort tot de meest bezochte opera's
ter wereld. En dan te bedenken dat de opera in de beginperiode zelfs
werd verguisd. Maar de kleurige uitvoering en het spannende
verhaal met liefde, jalouzie en zelfs moord hebben het werk van Bizet
opgestuwd naar de hoogste populariteit.
|
|
|
|
|
Bizet werd geboren in 1838 in Parijs als
Alexandre-César-Léopold Bizet, maar werd Georges gedoopt in de kerk
Notre-Dame-de-Lorette en zo zou hij bekend worden.
Zijn vader Adolphe Armand Bizet, oorspronkelijk kapper en pruikenmaker,
was een loopbaan als zanger begonnen, behaalde veel succes en werd
uiteindelijk zangleraar.
Hij heeft ook enkele werken gecomponeerd, onder andere een
strijkkwartet.
Zijn moeder Marie Louise Léopoldine Joséphine Delsarte was een pianiste.
Als muzikaal wonderkind studeerde Bizet vanaf zijn negende jaar aan het
Conservatoire national supérieur de musique van Parijs waar hij vele
competities won.
Bizet is vooral bekend door zijn opera’s, maar schreef ook symfonieën en
liederen.
Een van zijn weinige directe successen was de opera Les pêcheurs de
perles (De parelvissers). Hij schreef het stuk voor de Opéra-Comique in
Parijs in 1863.
Zijn bekendste werk is de opera Carmen (1875). |
|
|
|
|
Het stuk CARMEN is een bewerking van een roman met
dezelfde titel van Prosper Mérimée (1803-1870) over een dramatische
liefdesgeschiedenis van een Spaanse zigeunerin.
Carmen was niet onmiddellijk succesvol. Het publiek was aanvankelijk
geschokt door het warmbloedige hoofdpersonage en de tragische afloop van
het verhaal.
Carmen zou echter uitgroeien tot één van de bekendste en populairste
opera’s ter wereld.
Bizet maakte dit succes niet mee. Kort nadat Carmen in première was
gegaan, overleed hij in 1875 op 36-jarige leeftijd aan een hartinfarct.
Hij werd begraven op de begraafplaats Père-Lachaise in Parijs. |
|
|
Hieronder volgt de synopsis van de Opera. Deze is
geschreven door Klaus Bertisch (zie noten onderaan). |
|
|
1e Bedrijf Op een plein in
Sevilla, waar het een druk komen en gaan is, zoekt het dorpsmeisje
Micaëla haar jeugdvriend Don José. Zij krijgt te horen dat hij
straks komt, bij de wisseling van de wacht.
In de tabaksfabriek wordt de pauzeklok geluid en de sigarenmaaksters
komen het plein op.
Eén van hen is Carmen, een vrijgevochten zigeunerin, die onmiddellijk
wordt omringd door een horde smachtende jongemannen.
De enige die geen oog voor haar heeft is de intussen gearriveerde Don
José, en hij is het die haar begeerte wekt.
Voordat Carmen samen met de andere sigarenmaaksters de fabriek weer in
gaat, werpt zij hem uitdagend een bloem toe.
José blijft verbouwereerd achter. Snel stopt hij de bloem weg als hij
Micaëla ziet, die hem wat geld, een brief en een kus van zijn moeder
komt brengen.
Ervan overtuigd dat zijn moeder hem net op tijd tegen de duivelse
charmes van Carmen heeft beschermd, geeft hij zich over aan dierbare
herinneringen aan zijn geboortedorp.
Zijn mijmeringen worden verstoord door luid krakeel uit de fabriek, waar
Carmen en een collega slaags zijn geraakt. José wordt op onderzoek
uitgestuurd en komt terug met Carmen.
Als zij blijft weigeren op de vragen van luitenant Zuniga antwoord te
geven, veroordeelt deze haar tot een gevangenisstraf; José moet haar
erheen brengen.
Hij zwicht voor haar verleidingskunsten, en nadat zij hem heeft
verzekerd van haar liefde, laat hij haar ontsnappen.
Carmen is vrij en José moet een gevangenisstraf van twee maanden
uitzitten. |
|
|
|
|
|
|
2e Bedrijf Carmen voert met
haar vriendinnen een wilde dans op.
De stierenvechter Escamillo komt met een schare vrienden langs om zijn
jongste overwinning te vieren. Hij raakt op slag onder de bekoring van
Carmen, maar zij houdt hem af.
Als behalve Carmen en haar vriendinnen iedereen vertrokken is, komt een
stel smokkelaars binnen.
Zij hebben voor de nacht een smokkelklus gepland, waarbij de vrouwen hen
moeten assisteren.
Carmen weigert nu al mee te gaan: zij wacht op José, die net is
vrijgekomen, en zal zich de volgende dag bij hen voegen.
Nadat José is gearriveerd, voert Carmen een verleidelijke dans voor hem
op.
Plots klinkt de taptoe, en José, gedegradeerd tot soldaat, moet terug
naar het garnizoen.
Carmen hoont hem om zijn angsthazerij en trekt zijn liefde in twijfel.
Getergd haalt hij de bloem tevoorschijn die zij hem toewierp en die hij
als liefdespand heeft gekoesterd. Nog is Carmen niet overtuigd:
als hij werkelijk van haar hield, zou hij wel kiezen voor het
zwerversbestaan.
Zij zeggen elkaar al vaarwel – voorgoed! – als Zuniga zijn opwachting
maakt en José sommeert te verdwijnen. José raakt met zijn superieur in
gevecht. |
|
|
3e Bedrijf José is niet
geschikt voor het vrijbuitersbestaan, en zijn jaloerse houding ergert
Carmen steeds meer.
Terwijl de kaarten haar vriendinnen Frasquita en Mercédès een gelukkige
toekomst voorspellen, leest Carmen in de hare keer op keer de dood.
De anderen vertrekken om waren langs de douanepost te smokkelen en José
blijft achter om de wacht te houden.
Micaëla is op zoek naar hem, maar net als zij hem ziet, komt Escamillo
eraan.
Zodra blijkt dat hij een rivaal tegenover zich heeft, daagt José hem uit
tot een messengevecht.
Net als José hem wil neersteken komen de anderen terug, en Escamillo
wordt gered.
Hij nodigt iedereen uit voor het aanstaande stierengevecht in Sevilla,
en vertrekt, verrukt nagekeken door Carmen.
Micaëla had zich al die tijd schuil gehouden, maar wordt nu ontdekt. Ze
smeekt José met haar mee te gaan naar zijn moeder.
José weigert Carmen te verlaten, totdat Micaëla zegt dat zijn moeder op
sterven ligt.
Voor hij weggaat, geeft hij Carmen dreigend te kennen dat zij elkaar
ooit weer zullen zien.
|
|
|
|
|
|
|
4e Bedrijf Voorafgaand aan
het stierengevecht trekken banderillos, picadors en matadors in optocht
de arena in.
Escamillo komt als laatste, samen met Carmen.
Frasquita waarschuwt haar dat José zich in de mensenmassa bevindt, maar
Carmen laat zich geen vrees inboezemen.
Wetend wat haar te wachten staat, treedt zij José tegemoet.
Deze verklaart haar zijn liefde en smeekt haar met hem mee weg te gaan,
maar zij weigert: “Nooit zal Carmen zwichten! Vrij is zij geboren, vrij
zal zij sterven!”.
Terwijl Escamillo in de arena wordt toegejuicht, herhaalt José zijn
wanhopige smeekbede.
Carmen blijft weigeren en werpt hem de ring toe die hij haar ooit gaf.
José vermoordt haar. |
|
|
|
|
|
|
|
Célestine Galli-Marié was de eerste zangeres die de rol
van Carmen vertolkte. Zij heeft veel invloed gehad op de uiteindelijke
uitvoeringen in het theater, vooral omdat Georges Bizet net na de
première was overleden.
De uitvoeringen waren echter geen succes en de voorstellingen werden
zelfs gestaakt tussen 1876 en 1883. Daarna stroomde de zaal keer op keer
vol.
De eerste grote aria van Carmen in het stuk, de "Habanera" ("L'amour est
un oiseau rebelle") is uitgegroeid tot de bekendste uit het hele
operarepertoire. |
|
Een andere topper is het lied "Toreador", dat wordt
gezongen in het tweede bedrijf door Escamillo, de stierenvechter. Hij
beschrijft de gebeurtenissen tijdens het stierengevecht.
|
|
|
Hieronder tenslotte een verzameling van postzegels met
het onderwerp CARMEN.
Sommige van deze zegels komen uit landen die niet erg serieus met
filatelie omspringen, met andere woorden, ze komen uit landen waar deze
"plaatjes" alleen worden gemaakt voor de "filatelisten" en waarmee geen enkel
postaal doel wordt gediend. |
|
|
|
Noten en referenties |
|
|
1 |
Bronnen: Wikipedia en diverse andere websites |
|
|
2 |
De
tekst van Klaus Bertisch komt van http://carmendelft.nl/verhaal/synopsis |
|
|
3 |
De 4
postzegels van Monaco komen van http://www.stampboards.com/viewtopic.php?f=17&t=37374 |
|
|
4 |
Op
YouTube zijn enkele uitvoeringen te zien van de gehele opera (ongeveer
2,5 uur), van de bekendste aria's en van enkele dansen. |
|
|
|