Het Lam Gods van de Gebroeders Van Eijck

 
     
  Zo'n 200.000 mensen bezoeken jaarlijks de St-Baafskathedraal in Gent. Ze komen uit de hele wereld om het pronkstuk van België  "Het Lam Gods" te bewonderen. Tot ruim 25 jaar geleden was dat een mooie ervaring, maar tegenwoordig (2010) moet de bezoeker genoegen nemen met het werkstuk dat staat opgesteld in de (kleine) doopkapel die met kogelvrij glas is afgesloten en wordt bewaakt met diverse camera's.
En niet voor niets, want het bekende retabel/altaarstuk is menigmaal in zijn geheel of in gedeelten gestolen. Het lijkt welhaast als in een thriller. Eén van de 24 hoofdpanelen is in 1934 ontvreemd en nooit meer teruggekomen.
Hieronder het verhaal van het Lam Gods, o.a. geillustreerd met postzegels.
 
     
 


Zelfportret door Jan van Eijck
(postzegel België, uitgegeven op 31 mei 1944)
Catalogus OCB-661

  Ontstaan van het Lam Gods


Omstreeks 1425 begint de Vlaamse schilder Hubert Van Eijck met het maken van een altaarstuk voor de St-Baafskathedraal (toen St-Janskerk) te Gent.

Het drieluik was een opdracht van de Gentse schepen, en de kerkmeester Joos Vijdt en diens vrouw.

Hubert Van Eijck overleed in 1426 en het werk werd afgemaakt door zijn jongere broer Jan Van Eijck.

In 1432 is het werk klaar en bestaat dan uit 12 panelen in geopende toestand en nog eens 12 panelen in gesloten toestand.

 
         
 


Beschrijving van het altaarstuk/retabel
 

 
 



 

 
  In geopende toestand zijn de volgende afbeeldingen te zien.

Bovenste rij van links naar rechts:
Adam, zingende engelen, Maria, de Goddelijke Heer op de troon, Johannes de Doper, musicerende engelen en Eva.
Op de onderste rij van links naar rechts: de "rechtvaardige rechters", ridders, "aanbidding van het Lam Gods", kluizenaars en pelgrims.
Het belangrijkste paneel, de aanbidding van het Lam Gods (=God de Zoon), toont belijders, kerkvaders, heilige vrouwen, engelen en zo meer rondom het (bloedende) Lam.
Hoewel de vijf panelen van de onderste rij compositorisch niet helemaal in orde zijn, loopt er wel een horizontale lijn op de achtergrond die gevormd wordt door bossages en vergezichten, die het geheel voor de toeschouwer aaneen smeden.
 
 



 

 
  In gesloten toestand zijn de volgende afbeeldingen te zien.
Linksonder en rechtsonder staan de schenkers van dit werkstuk afgebeeld, links Joos Vijdt en rechts zijn vrouw Elisabeth Borluut.
Tussen hen in staan 2 standbeelden in grisailletechniek geschilderd. Links Johannes de Doper en rechts Johannes de Apostel/Evangelist.
De middelste rij van vier panelen verbeeldt de annunciatie, de aankondiging van de "blijde boodschap" aan Maria. Links de aartsengel Gabriël en rechts Maria.
De 4 kleine paneeltjes aan de bovenkant tonen achtereenvolgens van links naar rechts de profeet Zacharia, de Sibille van Erythrea, de Sybille van Cumea en de profeet Micha.
 
     
 




Drie postzegels van België, uitgegeven 5 april 1986 als "Culturele uitgifte" (catalogus OCB-2205/2207)
De 3 voorstellingen komen uit het middenstuk van het retabel, met van links naar rechts Maria, God de Heer en Johannes de Doper
 

 
 




Gedeelte uit het hoofdpaneel van het retabel, "het Lam Gods";
Het bloedende Lam (symbool voor de gekruisigde Jesus Christus, de zoon van God) wordt hier bewierookt door Engeltjes (op de voorgrond).
Postzegel OCB-2208/Blok 62 van 5 april 1986.
 

 
 

Historiek

Het meer dan 500-jaar oude schilderij heeft een roerige geschiedenis achter de rug.
Een overzicht.

 
 
1432. Het schilderij van Hubert en Jan van Eijck is klaar.
1566. Tijdens een protestantse revolte wordt het werk in de toren van de kerk verborgen.
1794. Franse soldaten nemen delen van het schilderij mee naar Parijs.
1815. De ontvreemde delen komen weer terug na de val van Napoleon.
1816. De vleugels (behalve Adam en Eva) worden verkocht aan de koning van Pruisen.
1822. Het kunstwerk ontsnapt aan een grote brand.
1861. De panelen van Adam en Eva worden verkocht aan de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België.
1914. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog wordt het schilderij verstopt.
1920. Alle panelen worden weer verenigd zoals bepaald in het Verdrag van Versailles.
1934. De panelen van "De Rechtvaardige Rechters" en van "St.Jan de Doper" worden gestolen.
           Het tweede paneel wordt snel gevonden, maar het eerste is tot op de dag van vandaag nog spoorloos. Zie verder op deze pagina.
1940. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt het schilderij naar Pau (in Zuid-Frankrijk) gebracht.
1941. De Belgische kopiïst Jef Vanderveken maakt een nieuw paneel van de Rechtvaardige Rechters. Het hele stuk weer kompleet.
1942. Duitse troepen slagen er in het werk mee te nemen naar Duitsland voor een op te richten Kunstencentrum in Linz. Ideetje van Hitler.
1946. Het veelluik keert weer terug naar Gent.
1986. Het schilderij wordt "definitief" geplaatst in de Doopkapel van de St-Baafs.
2014(?) Het gerestaureerde retabel krijgt een nieuwe prominente plaats in de kathedraal.
 
     
 
 



Een blik op het oude centrum van Gent gezien vanaf de Korenlei naast de Sint-Michelsbrug. Van links naar rechts de bekendste gebouwen van de stad: Sint-Niklaaskerk, het Belfort en de Sint-Baafskathedraal.
Postzegel OCB-1594, uitgegeven op 7 augustus 1971, Stad Gent.

 



Van 29 september 1995 tot 7 januari 1996 werd in de St-Pietersabdij van Gent een tentoonstelling gehouden met de intrigerende titel: "De stoutmoedige diefte van het Lam Gods".
Ook de Belgische Post kondigde deze tentoonstelling aan in de hierboven getoonde gelegenheidsstempel.
De tentoonstelling probeerde met behulp van foto's, krantenartikelen en beeldbanden de bekende kunstroof van 1934 nader toe te lichten (lees verder hieronder).
 

 
 
 

 
In 1934 werd Gent opgeschrikt door "de stoutmoedige diefte", toen  in de nacht van 10 op 11 april twee panelen werden ontvreemd om er de bisschop van Gent mee af te persen. Het betrof het paneel met de "Rechtvaardige Rechters", het meest linker paneel van het retabel, en het er tegenaan liggende paneel van Johannes de Doper aan de achterzijde.


De ontvoerder(s) liet(en) één paneel terugvinden om zo hun eis van het losgeld voor het andere paneel kracht bij te zetten. De Procureur des Konings van Gent weigerde te onderhandelen met dieven.


De zoektocht kwam nader in het nieuws toen in Dendermonde de Wetterse wisselagent Arsène Goedertier, ook koster van de Sint-Gertrudiskerk te Wetteren, de diefstal bekende, maar niet meer bij machte was om de bergplaats bekend te maken.


"Mijn geweten is rein," verklaarde hij op zijn sterfbed. Maar ook: "Ik alleen weet waar het paneel van het Lam Gods zich bevindt. Zoek in mijn schrijftafel de groene envelop."

Helaas, "de groene envelop" leverde alleen kopieën van de door Goedertier geschreven afpersingsbrieven".

 

 

 


Het paneel met de Rechtvaardige rechters werd in 1941 voorlopig vervangen door een kopie van de hand van Jef Vanderveken.
Het wordt hier links afgebeeld.


Het origineel is nooit teruggevonden. De kopiïst schilderde in het koor der Rechters de toenmalige koning Leopold III om, uit eerbetoon voor de oorspronkelijke schilder(s), er duidelijk op te wijzen dat het om een kopie gaat.


De kopiist kon beschikken over een andere geschilderde kopie van de hand van Michiel Coxcie, in 1559 vervaardigd voor Filips II van Spanje.


Het schilderen van dit vervangende paneel, in oppervlakte ongeveer één dertigste van het totale veelluik, heeft zes maanden intensieve arbeid gevergd.



Met de regelmaat van de klok komen amateurspeurders aandraven met goed geargumenteerde oplossingen van het raadsel.
Voorbeelden hiervan zijn Gaston De Roeck en Johan Vanden Abeele (zie internet). Tot nu toe is niemand er echter in geslaagd het paneel te ontdekken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Men gaat ervan uit dat het paneel, als het al ergens verborgen ligt, minstens zwaar door de tijd moet zijn aangevreten.
Andere theorieën laten het paneel ondertussen al lang opgenomen zijn in een privécollectie, doch het spreekt vanzelf dat dit werk nooit publiek verkoopbaar zal zijn.

 
         
 


Deze postzegel OCB-1737 werd op 16 november 1974 uitgegeven als Kerstzegel.
De zegel toont een afbeelding van de Engel Gabriël naar het paneel van de annunciatie.

 

Postzegel OCB-1862 werd uitgegeven op 3 september 1977 ter viering van de 50e verjaardag van het "Wereldcongres van Bibliothecarissen" dat in Brussel werd gehouden. De zegel toont het boek dat Johannes de Doper vasthoudt in het paneel aan de voorzijde van het retabel.

 

 
 
 

 


Wie in 2010 een bezoek brengt aan de St-Baafskathedraal in Gent om daar Belgisch pronkstuk "Het Lam Gods" van de gebroeders Van Eijck te bekijken, kan wel voor verrassingen komen te staan.  Het meesterwerk uit de 15e eeuw wordt namelijk wetenschappelijk onderzocht. Paneel voor paneel wordt bestudeerd door een groep wetenschappers, kunsthistorici, restaurateurs, scheikundigen en andere natuurwetenschappers, en ook computerdeskundigen. Het doel is te onderzoeken of het kunstwerk niet grondig moet worden gerestaureerd om nog een lange periode te blijven bestaan.
Door de opstelling in de overigens zeer zwaarbeveiligde Doopkapel was het slecht gesteld met het klimaat. Temperatuurschommelingen, inwerking van vocht en te weinig beluchting hebben het werkstuk van verf op houten panelen geen goed gedaan.
Het grootse onderzoek wordt geleid door de Nederlander Ron Spronk, professor kunstgeschiedenis aan de Queen's University in Canada. De eerste kosten van 172000 euro worden betaald door de Getty Foundation uit Los Angeles.
 
 
 
Bronnen:
1. Diverse Internetsites, o.a.Wikipedia
2. Officiële Belgische Catalogus (OCB)
3. Eigen verzameling
4. Een interessant filmpje op YouTube laat enkele amateur-speurders zien: http://www.youtube.com/watch?v=mkr6Ht5ub2I

 

 
  Samenstelling: Toon Oomens (juni 2010)